Zelfstandigenwet
Zelfstandigenwet alternatief voor de VBAR?
Op 3 april 2025 presenteerden de VVD, D66, CDA en SGP een nieuw wetsvoorstel die duidelijkheid moet brengen wanneer iemand als zzp’er mag werken voor een zakelijke opdrachtgever.
Deze Zelfstandigenwet is gebaseerd op de Belgische Arbeidsrelatiewet waarin de positie van zelfstandig ondernemers wettelijk is verankerd.
De volledige handhaving op schijnzelfstandigheid vanaf 2025 leidde tot grote onrust onder opdrachtgevers: ‘’ben ik veilig als ik een zzp’er inhuur voor een opdracht?’’.
Vanwege de onduidelijkheid hebben zzp’ers grote moeite om aan opdrachten te komen. Ze laten zich echter niet massaal ‘terugdringen’ in loondienst waardoor instellingen grote moeite hebben de roosters te vullen.
Het wetsvoorstel VBAR, bedoeld om bestaande rechtspraak te codificeren, staat onder flinke kritiek omdat een holistische weging van alle gezichtspunten (Deliveroo- en het Uber-arrest) ontbreekt.
Om de impasse te doorbreken komen de VVD, D66, CDA en SGP nu met een wetsvoorstel om zzp’ers erkenning via een duidelijk wettelijk kader te bieden mét goede sociale bescherming.
Onrust in de markt
Sinds januari 2025 is de Belastingdienst overgegaan tot volledige handhaving op schijn-zelfstandigheid. Dit heeft bij opdrachtgevers geleid tot flinke onzekerheid en daardoor terughoudendheid in het plaatsen van zzp opdrachten. Zzp’ers hebben grote moeite om aan opdrachten te komen maar blijken zich ‘niet te laten terugdringen’ in loondienst waardoor de zorgplicht van zorginstellingen steeds meer onder druk staat.
Aanpassing VBAR schiet tekort
Minister van Hijum van SZW gaf recent aan door te gaan met de Wet VBAR (Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelaties). Waar eerst sprake was van weging van slechts enkele criteria (inbedding, gezag resp. ondernemerschap bínnen de opdracht) belooft de minister na ‘Uber’ ook extern ondernemerschap als gelijkwaardig criterium mee te nemen in de het wetsvoorstel.
Een holistische weging van 'alle omstandigheden in hun onderling verband’ ontbreekt echter (dus) nog steeds. De initiatiefnemers komen nu met een wetsvoorstel die uitgaat van de zelfstandige zelf.
Wettelijk toetsingskader
De nieuwe Zelfstandigenwet bestaat uit drie toetsen:
- Zelfstandigentoets: Is iemand echt een zelfstandige?
Gedraagt zich naar buiten toe als zelfstandige: heeft iemand meerdere opdrachten? Investeert iemand in eigen bedrijfsmiddelen? Presenteert iemand zich naar buiten toe als zelfstandige?
Of iemand echt zelfstandige is geldt als startpunt voor de oordeelsvorming van de arbeidsrelatie. - Werkrelatietoets: zijn er belemmeringen om als zelfstandige te werken? Werkt iemand uit vrije wil als zelfstandige? Heeft iemand een grote mate van vrijheid over de uitvoering van het werk en vrijheid van werktijd of verlof? En is er sprake van hiërarchische controle?
- Sectoraal rechtsvermoeden: sommigen sectoren hebben een hoger risico op schijnzelfstandigheid. Sectoren kunnen dan zelf afspraken maken om misstanden aan te pakken.
Pensioen en arbeidsongeschiktheid
In het wetsvoorstel wordt de zzp’er verplicht een voorziening te treffen voor inkomensverlies bij arbeidsongeschiktheid en pensionering. De zzp’er heeft daarin keuzevrijheid: het kan gaan om bijvoorbeeld een verzekering, beleggingen of substantieel eigen vermogen.
Aparte commissie
Er komt een aparte commissie die collectief kan helpen om het toetsingskader te beoordelen.
Deze beoordelingen geven duidelijkheid aan de markt: ze dienen als voorbeeld voor opdrachtgevers en zijn bindend voor handhavende instanties zoals de Belastingdienst.
Fundamenteel debat
Omwille van een gelijker speelveld voor werknemer en zelfstandige discussieert de politiek al jaren over zzp-inhuur. Daarbij komt dat de verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen onuitvoerbaar blijkt. De verschillen tussen contractvormen en bijbehorende rechten en plichten zijn te groot wat tot tweedeling en ongelijkheid leidt.
Het wetsvoorstel lijkt te beantwoorden aan een diepe wens naar een stelsel dat aansluit bij de veranderende arbeidsmarkt: de vrijheid voor werkenden te kiezen hóe zij willen werken: in loondienst of als zelfstandige mét goede sociale bescherming voor alle werkenden.
Voortgang
Bij schrijven van dit artikel (3 april 2025) vergadert de Tweede Kamer over de zzp-problematiek met minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Eddy van Hijum (NSC) en staatssecretaris Tjebbe van Oostenbruggen (NSC) van Financiën. Vlak daarvoor presenteerden VVD, D66, CDA en SGP hun initiatiefwet. Zij willen bij de verdere uitwerking zoveel mogelijk inbreng vanuit het werkveld verwerken. Daarna wordt de wet voorgelegd aan de Raad van State en vervolgens aan de Tweede Kamer.