Afwegingskader Deliveroo-arrest: loondienst of zzp'er
Afwegingskader Deliveroo-arrest: loondienst of zzp'er
De Belastingdienst heeft op 1 november 2024 een ''Toelichting Beoordeling arbeidsrelaties - Beslis- en afwegingskader'' gepubliceerd.
Het afwegingskader is gebaseerd op het Deliveroo-arrest: mag een opdracht als zzp'er worden uitgevoerd?
Het arrest benoemt een niet-uitputtende lijst van omstandigheden die in hun onderling verband moeten worden bezien om te komen tot een oordeel over de arbeidsrelatie (holistische toets). Er is geen algemeen principe af te leiden uit het arrest. Wél tellen organisatorische inbedding en materieel gezag zwaar.
Overeenkomst van Opdracht
Het werken volgens een door de belastingdienst goedgekeurde modelovereenkomst wijst in de richting van zelfstandigheid. Benoem daarin essentiële elementen zoals 'vrije vervanging' en dat je (parallel) voor meerdere opdrachtgevers kan werken.
Bedenk wel dat ‘wezen gaat voor schijn’: de praktijk weegt zwaarder dan de afspraken die op papier zijn gemaakt.
1. Aard en duur van de werkzaamheden
Heeft de opdrachtnemer een inspanningsverplichting of een resultaatverplichting? Een inspanningsverplichting neigt naar een arbeidsovereenkomst, terwijl een resultaatverplichting juist wijst op zelfstandigheid.
Zorg voor een omschrijving in de overeenkomst die wijst op een 'opdracht', dus zoveel mogelijk 'resultaatgericht', zoals het wegwerken van wachtlijsten of het initiëren van nieuw behandelbeleid binnen een afdeling.
Benoem expliciet in de Overeenkomst van Opdracht dat je de vereengekomen werkzaamheden naar eigen inzicht en zonder toezicht of leiding van Opdrachtgever verricht.
Over het algemeen geldt dat hoe langer de duur van de arbeidsrelatie, hoe meer dit wijst op een arbeidsovereenkomst.
Commentaar: in onze opinie is het raadzaam een termijn aan van maximaal 6-8 maanden aan te houden met een volume van maximaal 24-28 uur/ week.
2. De wijze waarop de werkzaamheden en werktijden worden bepaald
Hier is van belang in hoeverre de opdrachtnemer zelf zeggenschap heeft over de werkwijze, werktijden en locatie (online?) van de werkzaamheden.
Een grotere mate van vrijheid duidt eerder op werken als zzp’er. De aard van het werk kan echter inhouden dat de opdrachtnemer gevraagd wordt op een vaste locatie en tijd te werken, zónder dat dit automatisch op een arbeidsovereenkomst wijst. In een dergelijk gevallen zegt dit criterium minder over de aanwezigheid van een arbeidsovereenkomst.
3. Mate van inbedding van de werkzaamheden en de opdrachtnemer binnen de organisatie van de opdrachtgever
Hier wordt gekeken naar de mate waarin de verhouding tussen de opdrachtgever en opdrachtnemer overeenkomt met die van een reguliere werknemer. Indien de opdrachtnemer langdurig binnen de organisatie werkt, kan dat wijzen op schijnzelfstandigheid.
Relevante vragen zijn:
- Werkt de opdrachtnemer op de locatie van de opdrachtgever?
- Moet hij zich houden aan de werktijden van de opdrachtgever?
- Maakt hij gebruik van voorzieningen die door de opdrachtgever worden geboden?
- Neemt hij deel aan bedrijfsactiviteiten zoals uitjes, vergaderingen en beoordelingen?
- Ontvangt de opdrachtnemer een Kerstpakket of overige voorzieningen voor personeel in loondienst?
Hoe sterker de inbedding van de opdrachtnemer binnen de organisatie, hoe meer dit wijst op een arbeidsovereenkomst. Als de werkzaamheden bovendien een essentieel deel van de bedrijfsvoering vormen of een structureel karakter hebben, wordt volgens jurisprudentie doorgaans aangenomen dat er sprake is van een arbeidsovereenkomst.
Commentaar: inbedding is één van de elementen volgens het Deliveroo-arrest maar zoals gezegd niet een of het doorslaggevend criterium, blijkt ook uit jurisprudentie. Van belang is uiteraard om inbedding zoveel mogelijk te vermijden.
Een knock-out wat betreft het inbeddingscriterium is of je je expertise brengt op een plek waar die niet structureel aanwezig is. Benoem deze expertise ook expliciet in de Overeenkomst van Opdracht.
4. Wel of geen verplichting tot persoonlijke uitvoering van het werk
Wanneer de opdrachtnemer zich vrijelijk kan laten vervangen kan dit wijzen op zelfstandigheid. Hoe explicieter deze vrije vervangbaarheid is hoe meer dit op zelfstandigheid duidt.
5. Totstandkoming van de contractuele regeling
Hier is relevant wie de overeenkomst heeft opgesteld en hoeveel onderhandelingsruimte de opdrachtnemer had. Ruime onderhandelingsmogelijkheden wijzen meer op werken als zelfstandige.
Tip is dus om zelf een eigen Overeenkomst van Opdracht voor te leggen aan de opdrachtgever. Deze heeft hier zelf ook baat bij omdat de notie 'zelfstandigheid' voor beiden relevant is.
N.B.: Bij de beoordeling of er sprake is van een arbeidsovereenkomst, zijn er volgens de Hoge Raad 2 fases, namelijk 1) de uitlegfase en 2) de kwalificatiefase.
Binnen de uitlegfase wordt er gekeken naar de (werk)afspraken die zijn gemaakt en hoe die tot stand zijn gekomen. Daartoe is het belangrijk de mailwisseling met de opdrachtgever zorgvuldig te doen op grond van de hier genoemde criteria.
6. De wijze waarop de beloning wordt bepaald en wijze van uitkering
Een zelfstandig ondernemer bepaalt zelf zijn tarieven of onderhandelt deze. Als je als opdrachtnemer zelf factureert en toezicht houdt op tijdige betaling, wijst dit op zelfstandigheid.
Zorg dat je alleen de daadwerkelijk gewerkte uren factureert en dat je niet factureert bij ziekte of verlof.
7. Hoogte van de beloning
Een beloning die duidelijk hoger is dan die van werknemers in loondienst wijst op werken als zelfstandige.
8. Commercieel risico voor de opdrachtnemer?
Dit criterium draait om de risicoverdeling tussen opdrachtnemer en opdrachtgever, bijvoorbeeld bij schade, ziekte of een tegenvallend resultaat. Indien de opdrachtnemer zelf het risico draagt en verantwoordelijk is voor de kwaliteit en eventuele correcties, wijst dit op zelfstandigheid.
Zorg dus zelf altijd voor een (wettelijk verplichte) aansluitiung bij een geschilleninstantie, eigen klachtenregeling ('meeliften' met die van de opdrachtgever is mogelijk mits je naar rato bijdraagt in de instellingspremie en dit ook verwoordt in de Overeenkomst van Opdracht).
9. Ondernemersgedrag van de opdrachtnemer
Hierbij wordt bekeken in hoeverre de opdrachtnemer zich als ondernemer gedraagt in soortgelijke opdrachten voor andere opdrachtgevers. Belangrijke indicatoren zijn onder andere:
- het verwerven van een reputatie (bijvoorbeeld het vergroten van de eigen naamsbekendheid);
- acquisitie;
- marketinginspanningen (heb je een eigen website, LinkedIn-profiel met daarop je ondernemerschap genoemd, etc.);
- vergelijkbaarheid met personeel in loondienst: zorg voor een onderscheidend e-mailadres: bijvoorbeeld ''...(je naam).externe@..(naam instelling).nl'';- het zorgen voor eigen bedrijfsmiddelen: bijvoorbeeld laptop, telefoon, etc.;
- zorg voor niet meer dan 70% van je omzet in één jaar bij één opdrachtgever;
- de fiscale behandeling door de belastingdienst;
- de mogelijkheid (parallel) ook voor andere opdrachtgevers te werken;
- was je eerder in dienst bij de huidige opdrachtgever? Dan kan dat een indicatie zijn van schijnzelfstandigheid;
- doe je als zelfstandige bedrijfsinvesteringen, bijvoorbeeld de aankoop van een auto of laptop?
- aantal opdrachtgevers en de duur van opdrachten. Zorg dus voor meerdere opdrachtgevers binnen een jaar.